Meertens Instituut




 


English | MAND atlas | kartografieGTRP transcripties

MAND data: Goeman-Taeldeman-Van Reenen-project

ook GTRP: CD-ROM | items | plaatsen | sprekers | transcripties per plaats | per item

Het Goeman-Taeldeman-Van Reenen-project betrof
  • registratie op geluidsband van de uitspraak van woordvormen in de vele regionale vari‘teiten binnen het Nederlandse taalgebied
  • de transcriptie van de opnames op papier en
  • de gecodeerde invoer van uiteindelijk 613 van deze transcripties.
Lees verder of klik door naar: enkele cijfers | samenwerking | data-kenmerken | uitvoerders | publicaties

Voor een indruk van gesproken dialect (NB: niet-GTRP) kan worden verwezen naar de "Sprekende Kaart" op de website van het instituut.
 

 
De 1876 items van de afvraaglijst bestaat voor het merendeel uit naamwoorden en werkwoorden maar ook uit 22 zinnetjes en 106 adjectivale woordgroepen. De database bevat daarmee ruim 1,1 miljoen eenheden. Alle elementen (als lidwoorden en persoonsvormen) apart gerekend, met daarbij nog de varianten-opgaven, brengt de omvang van de database op een 2 miljoen 'woorden'.


Meer in nieuw venster:
motivatie en historie
afvraaglijst
etymologie
opnameplaatsen gif
opnameplaatsen html
veldwerkmethode
(K)IPA-codering
IPA
belang
dialect-genoom
Meer over het belang en de cd-rom:
Respons 2003
Alle opnames zijn 'nauw' getranscribeerd volgens het "International Phonetic Alphabet" (IPA) als onderwezen door dr. P.Th. van Reenen aan de Vrije Universiteit, Amsterdam. Daarbij werd door de studenten gebruik gemaakt van een licht aangepaste versie van W.H. Chapman's "Introduction to Practical Phonetics" (van het Summer Institute of Linguistics).

Speciaal voor dit project werd het "Keyboard IPA" (KIPA, K-IPA) ontwikkeld: een codering in toetsenbord-karakters (in de lage ASCII reeks) van het IPA. Het is een uiterst flexibel en praktische codering gebleken. Bij dezen een oproep de K-IPA codering (met voordelen ten opzichte van het latere (X)SAMPA) ook te gebruiken bij uw projecten. → K-IPA

veldwerkmethode
IPA-codering
IPA
SIL
De geluidsopnames zijn inmiddels gedigitaliseerd. Eventuele compressie wordt nog nader bekeken op kwaliteitsverlies.

contact
Voor een indruk van gesproken dialect (NB: niet-GTRP) kan worden verwezen naar de "Sprekende Kaart" op de website van het instituut.

 

Samenwerking

top
Het project ontstond uit een samenwerking van het Meertens Instituut-KNAW met

Medefinanciering kwam van

 

Data-kenmerken

top
Hieronder volgen enkele grafieken die betrekking hebben op de betrouwbaarheid en de validiteit van de gegevens. (De grafieken zijn bij gebrek aan beschikbaarheid van gegevens bij aanmaak gebaseerd op de opnames verzorgd door het Meertens Instituut en het Nedersaksisch Instituut.)

Allereerst volgen gegevens met betrekking tot de aantallen opnames en transcripties: per jaar, per veldwerker, per transcribent.

De Belgische opnames zijn alle gemaakt tussen 1990 en 1993.

top


De rode omcirkelingen hierboven accentueren d’e kenmerken die de betrouwbaarheid van de transcripties duiden: de korte tijdsspanne waarin de bulk van de opnames is gemaakt en het feit dat slechts twee personen reeds 40 procent van de (Nederlandse) opnames hebben getranscribeerd. Zie de publicatielijst voor de titels van de onderzoeken naar de betrouwbaarheid van de transcripties.


Uit Goeman 1999 (hoofdstuk 3, 92-93) volgen nu twee grafieken waarin de veldwerkers die het grootste deel van de Nederlandse opnames voor hun rekening namen, Van Houten (H) en Van Vliet (V), met elkaar worden vergeleken en met de master-transcribent P.Th. Van Reenen (R). Het blijkt dat de personen elkaar niet ontlopen in (uitstekende) kwaliteit van hun 'gehoor'.



publicaties
kaart vHouten vVliet
top



Vervolgens enkele grafieken (uit dezelfde studie, Goeman 1999, hoofdstuk 2) die mee helpen duiden dat de opnames een goed beeld van de dialecten geven.
Voor toelichting en meer overwegingen (bijvoorbeeld over de spreekstijlen tijdens het veldwerk): volg de verwijzing.

Eerst een grafiek van de kwaliteitsoordelen door de veldwerkers waarvan Goeman 1999 vermeldt (hoofdstuk 2, p. 70) dat er geen significante samenhang bestaat tussen deze oordelen en informantkenmerken.



De volgende grafieken tonen dat de samenstelling van de informantengroep in redelijke mate overeenkomt met de samenstelling van de veronderstelde populatie dialectsprekers.

De verdeling van plaatsen naar grootte loopt min of meer gelijk op met de verdeling zoals destijds gold voor Nederland.:


De percentages vrouwen en mannen ontlopen elkaar net zo min in de selectie sprekers van het project als in de gehele bevolking. In het project is er wel een grotere vertegenwoordiging van hogere leeftijdsklassen maar dit komt overeen met de doelstelling van het project:


Het aantal vrouwen en mannen per leeftijdsgroep binnen het project gaat voor een groot deel gelijk op met een schatting van het aantal dialectsprekers per leeftijdsgroep in heel Nederland (op basis van De Beukelaar en MŸnstermann, "De positie van het dialect in Bredevoort", in: Staring Instituut (red) 1988 "Bredevoort, een Heelrijkheid"). Zij het dat in het project de jongere sprekers nauwelijks vertegenwoordigd zijn. Maar dit komt overeen met de doelstelling van het project dat zich richtte op de wat oudere spreker:


Ook met betrekking tot de verdeling van de beroepen ontlopen het project en de Nederlandse bevolking elkaar niet veel. Eerst volgt een grafiek van het beroepsniveau in Nederland aan de hand van het hoogst behaald diploma. Daarop volgt een grafiek met aantallen informanten van het project per sociaal prestige van het beroep (wat betreft de Nederlandse deelnemers).

Genoemde studie Goeman 1999 voorzag de sprekers van het project van een beroepsprestige-index volgens UltŽe & Sixma 1983 ("Een Beroepsprestigeschaal voor Nederland in de Jaren Tachtig. Mens & Maatschappij 58: 360-82) die zich baseerden op het sociaal prestige in de tijd van publicatie. Waar geen beroep werd opgegeven werd de index van de partner (waar mogelijk) genomen.

 

Uitvoerders

beroepsprestige-
conversietabellen

top

De opstellers van de vragenlijst waren
  • dr A.C.M. Goeman, Meertens Instituut
  • prof dr J. Goossens, Leuven
  • dr G. Kocks, Groningen
  • prof dr J. Taeldeman, Gent en
  • prof dr R. Willemyns, Brussel.

De cošrdinatoren van het veldwerk waren

  • dr A.C.M. Goeman, Meertens Instituut
  • prof dr J. Goossens, Leuven
  • prof dr P.Th. van Reenen, VU en
  • prof dr J. Taeldeman, Gent.

Projectondersteuning kwam van

  • mw A. Wams-Verkerk

Veldwerkers en transcribenten voor Nederland waren

  • Els van Houten (81 plaatsen) en Peter van Vliet (122 plaatsen) plus
  • Joke Aben, Boudewijn van den Berg, Jan Buitenhuis, Dolf Coppes, Jo Daan, M. Engelen, Margo Fransen, Liesbeth Gijsbers, Ton Goeman, Irene GrŸnewald, Ben Hermans, R. Hofstee, Anke Jongkind, Inge Kemperman, Anneke Klaassen, Marjan Klamer, Gerard Kocks, Joep Kruijssen, M. Lutz, Alice Ottow, Erwin Matthijs, Margot van Mulken, B. Pijn, S. van der Ree, Karin van Reenen, Piet van Reenen, Annelies De Reus, Jaap de Rooij, Marly Schellevis, M. Stols, Herma Veenhof, Jaap Veerman, Anneke de Vries, Carole van Zaanen

Voor België zijn dat geweest

  • Véronique de Tier en Rob Belemans met incidentele assistentie van R. van de Kerckhove, K. Decoodt, H. Smet - plus Joke Verbeek voor de Limburgse toonnotaties en Geert Verleyen voor een deel van de invoer.

Voor Friesland zijn de opnames

  • gemaakt door Durk Veenstra en getranscribeerd en ingevoerd door Durk Veenstra en Arjen Versloot. Ingevoerd werd ook door Wytske Rypma en Doete Stienstra.

top

 

Publicaties

naamgevers
top
Hèt artikel om naar te verwijzen is:
Goeman, A. en J. Taeldeman 1996
"Fonologie en morfologie van de Nederlandse dialecten. Een nieuwe materiaalverzameling en twee nieuwe atlasprojecten." in: Taal en Tongval 48: 38-59.

Het webadres om naar te verwijzen is: http://www.meertens.knaw.nl/projecten/mand

Naar de data kan verwezen worden middels:
Berg, B.L. van den 2003
Phonology & Morphology of Dutch & Frisian Dialects in 1.1 million transcriptions. Goeman-Taeldeman-Van Reenen project 1980-1995, Meertens Instituut Electronic Publications in Linguistics 3, Amsterdam: Meertens Instituut. (CD-ROM)

Voor publicaties rondom de data → MAND atlas → publicaties

Voor enkele voorbeelden van het belang van de data → belang


top


top

GTRP: CD-ROM | items | plaatsen | sprekers | transcripties per plaats | per item

English | MAND atlas | kartografieGTRP transcripties